De Standaard schreef:
Festivals helpen het gehoor van een hele generatie om zeep, zo wordt beweerd. We gingen na of dat klopt op de eerste dag van Pukkelpop.
Vijf minuten bij de hippe Amanda Blank op schoot is flirten met doofheid
Het gehoor van de Vlaamse jongeren gaat er niet op vooruit. De helft van hen, zo wordt gefluisterd, hoort slechter dan vorige generaties. Dat heeft veel, zo niet alles, te maken met geluidsoverlast. Niet van de grasmaaier of van het ochtendverkeer op weg naar school, maar van muziek; te harde muziek. Met die gedachte betreden we donderdagmiddag het festivalterrein van Pukkelpop in Kiewit-Hasselt. Het is een opwindende ervaring: duizenden jongens en meisjes struinen het terrein op, gekleed in bijna-strandtenue. Honderden wapperende witte vlaggen brengen een saluut aan de dag: dit wordt een party, een topervaring, de climax van de zomer.
Ik ben een spion. Ik heb een 'sound level-meter' bij me, een vrij professionele decibelmeter. Ik kom uitvissen of het gehoor van een hele feestvierende generatie hier vandaag om zeep geholpen wordt. Het lijkt niet erg aangewezen om er opzichtig mee rond te lopen, ik hou de meter in mijn rugzak, en trek naar Amanda Blank, die in de 'Dance Hall' zichzelf en het publiek probeert wakker te maken met urbane elektro-muziek. Beats, raps die losbranden als mitrailleurvuur. Ik meet 115,6 decibel.
De wettelijke grens voor elektronisch versterkte muziek, aldus een KB uit 1977, ligt op 90 decibel. Wie langer dan een kwartier blootgesteld wordt aan dat geluidsniveau, kan gehoorschade oplopen. Vijf minuten bij de hippe Amanda op schoot is flirten met doofheid.
Nochtans voel ik geen pijn, geen irritatie. Sterker, de hitsige bassen van Blanks deejays wekken een prettig gevoel op en wanneer ik mensen om me heen zie dansen, zo vroeg op de dag, is duidelijk dat decibels een belangrijk aandeel hebben in het appeal van dj-muziek.
Maar veiligheid voor alles. Ik steek mijn oordoppen in. Ze zijn op maat gemaakt bij Lapperre, hebben me 100 euro gekost en verlagen het volume met twintig decibel. Meteen zit ik niet meer bij Amanda op schoot, hooguit in de wachtzaal. De bassen vibreren onverminderd tegen mijn longen, buik en benen, maar wat mevrouw allemaal staat te rappen, is niet langer verstaanbaar. Sneu.
Moet ik de komende uren The Offspring, Arctic Monkeys, Wilco, Deftones, Booka Shade en al die andere bands horen alsof ze in een kartonnen doos zitten?
Profeet
De discussie over geluidsoverlast door muziek wordt met de dag actueler. Vier jaar geleden, toen professor Bart Vinck van de UGent de eerste waarschuwingen de wereld instuurde over een audio-gehandicapte generatie, werd hij beschouwd als een eenzame roeper in de woestijn. Maar vandaag is Vinck veeleer een profeet.
Dat het niveau voor mp3-spelers onlangs wettelijk begrensd werd in Europa, toont volgens hem aan dat het probleem steeds ernstiger genomen wordt. 'De aandacht groeit. Ik heb de voorbije vier jaar een goeie duizend voordrachten gegeven over dit probleem, op alle niveaus', zegt Vinck. 'Ik krijg steeds meer vragen, ook uit het parlement. Dat steeds meer jongeren hun iPod gebruiken met hoofdtelefoons in plaats van oordopjes, is ook een goed teken.'
Met zijn studiedienst doet Vinck onverdroten onderzoek naar geluidsoverlast op festivals, de plekken bij uitstek waar jonge mensen onbeschermd in een risicogebied terechtkomen. 'Afgelopen juni hebben we op festivals niveaus tussen de 105 en de 115 decibel gemeten', zegt hij. Gehoorbeschadiging wordt veroorzaakt door verschillende factoren. 'Je moet de decibels en de duur van de blootstelling samen bekijken: 75 decibel kun je acht uur lang verdragen zonder problemen, 90 decibel mag je maar een kwartier ondergaan. Als je dus boven de 100 decibel gaat, mag je maar heel kort blootgesteld zijn aan dat geluid.'
Ook het soort geluid speelt mee (een lange zoemtoon is iets anders dan een korte, luide knal) en dan is er nog de 'individuele gevoeligheid', de erfelijke aanleg zeg maar, waarover nog veel onderzoek wordt gedaan.
Baslijn
Jaren geleden zong de Britse band Shriekback: 'My spine is the bassline', mijn ruggengraat is de baslijn. Het zou het motto kunnen zijn voor de festivalmuziek van vandaag, en het is zéker een correctie van de wetgeving, die nog stamt uit de jaren 1970. Toen was muziek niet wat ze nu is.
De wet verplicht ons in België om decibels in dBA te meten. Dat betekent, simpel gesteld, dat de wet alleen dat gedeelte als geluid beschouwt wat in onze 'spraakzone' zit. Onze spraakklanken bevinden zich tussen 250 en 8.000 hertz. De medeklinkers, die voor het verschil in betekenis zorgen, zitten hoger dan de klinkers. Daardoor zijn we gevoeliger in de hoge tonen en ervaren we daar sneller hinder van. Veertig jaar geleden speelde ook popmuziek in dat register: bassen konden niet zo makkelijk worden opgenomen en weergegeven, waardoor opnames uit die tijd nogal dun en weinig 'diep' klinken. Dat is de voorbije decennia geweldig veranderd. De lagere frequenties spelen vandaag een grote rol in muziek, waardoor het niveau tussen 20 en 100 hertz heel belangrijk is geworden. Dat niveau opmeten zou beter gebeuren met een dBC-meting. Maar vooralsnog is de wet niet aangepast aan de muzikale realiteit.
Omdat we de realiteit belangrijker vinden dan de impact van een verouderde wet, meten we op Pukkelpop zowel de dBA als de dBC-waarden. Het blijkt een geweldig verschil. Het sympathieke freakfolkgroepje Vetiver danst rond de 103 decibel in dBA, maar gaat tot 114 in dBC. Goed te doen, vinden we. Eigenlijk speelt de loden hitte ons meer parten.
Bij rockbands is het verschil groter. Ghinzu meet 104 decibel in dBA, maar scoort vlot een piek van 125 decibel in dBC. Een volume van 125 staat gelijk met dat van een straaljager.
Een paar uur later speelt Maxïmo Park in dezelfde liga, Razorlight houdt het iets zachter. Wilco, een band met zes muzikanten, houdt in dBA een keurige 100 decibel aan, en zweeft in dBC rond de 115, weliswaar met pieken tot 122 wanneer een song plots explodeert.
Dat het volume omhoog gaat naarmate de avond valt, verrast niet echt. Rockfestivals werken naar een climax toe, met kabbelende acts na de middag en het grof geschut op het einde van de dag. Deftones is de eerste band die duidelijk maakt dat het échte vuurwerk begonnen is: 105 decibel in dBA, een gemiddelde van 125 in dBC, én een piek van 128. Het verschil tussen 125 en 128 decibel is simpel: het is het dubbele. Twee straaljagers.
Laptop
Onthutsend! De wet staat festivals uitzonderlijk toe om tot 100 decibel te gaan, maar ze is zo verouderd dat ze geen metingen erkent op een realistisch niveau. Tussen de wettelijk aanvaarde meting en de realiteit meten we op Pukkelpop een verschil van 15 tot 20 decibel.
'Een dBC-meting is de meest realistische. Ze geeft het échte geluid weer. Dat is belangrijk, want geluidsschade gaat verder dan alleen maar gehoorschade. We zijn gevoeliger voor de snijdende hoge tonen, maar de lage tonen hebben via trillingen ook een grote impact op de longen en de gewrichten. De bloeddruk stijgt, de hartslag stijgt, kortom het hele cardio-vasculaire systeem komt onder druk te staan.'
De schadelijkste, en tegelijk ook de opwindendste muziek blijkt die te zijn die diep in de lage tonen duikt. Dus niet Ghost of a Thousand, dat wordt aangekondigd als een band 'die meer lawaai maakt dan de aars van Satan', maar met zijn opgefokte hardcore-punk netjes rond de 100 decibel blijft, met een dBC-piek van 120 decibel. En al evenmin de punkband Zebrahead. Hun ouderwetse gitaarrock irriteert door de freakerige energie in de hoge registers, maar het lawaai blijft binnen de perken.
Het zijn de laptopartiesten die de kroon spannen. De hippe, atmosferische muziek van John Hopkins moest op Pukkelpop een rustmoment zijn, maar telkens als de man wat beats uit zijn Apple haalt, scoort hij vlot 125 decibel. Booka Shade haalt 's avonds vlot 127 decibel met zijn beats. Maar ook Grizzly Bear, met veel samenzang en gitaarwerk, haalt 126,4 decibel, dankzij donderende explosies.
Is het festivalpubliek te weinig beschermd? Vinck vindt van wel. 'Als Deftones op Pukkelpop 107 decibel produceert (in dbA-waarden), dan loopt op dat moment een op de vier mensen een groot risico op gehoorschade. Dat zullen er toch zeker enkele duizenden zijn. En een dBC-waarde van 128 decibel is een zuivere aanval.'
Party plugs
De Limburgse gedeputeerde van Jeugd Hilde Claes werkt met Bart Vinck samen om de Limburgse jeugd te sensibiliseren. Het project All Ears vertrekt van de vaststelling dat een op de vijf Vlaamse jongeren last heeft van gehoorschade door te luide muziek, en dat de helft van de jongeren erkent een permanent slecht gehoor te hebben. Dat is een hypotheek op de toekomst.
'Ik vond het belangrijk om jongeren te sensibiliseren op een niet-vermanende manier', zegt Claes. 'We hebben 45.000 euro uitgetrokken. Een deel van dat geld dient om oordopjes uit te delen, ook op Pukkelpop. Het zijn "moeskes", die de slechte tonen filteren. Voor een korte periode is dat voldoende, maar wie vaker in luidruchtige omgevingen komt, moet beter materiaal kopen.'
Op Pukkelpop werden donderdag tienduizend paar oordopjes uitgedeeld. In flashy kleurtjes, goed zichtbaar. 'Het is een eerste stap naar bescherming', zegt projectleider Ralf Leesen. Die plugs verdoffen het geluid een beetje, maar natuurlijk kun je beter partyplugs, of plugs op maat kopen. Bij My Bloody Valentine, dat echt wel heel veel geluid produceerde, had ik toch de indruk dat de mensen ze massaal gebruikten. En wie er geen had, liep gauw weer naar buiten.'
Baat het niet, dan schaadt het niet, dat lijkt de filosofie. Maar de discussie over geluidshinder heeft haar piek duidelijk nog niet bereikt. In Engeland werd de voorbije weken ook druk gemeten, met soortgelijke bevindingen als in Vlaanderen. Ze kwamen er ook tot de vaststelling dat mannen earplugs duidelijk minder gebruiken dan vrouwen. Wat we op basis van onze observaties op Pukkelpop volmondig kunnen beamen.
Toch vond de Health and Safety Executive het een paar weken geleden nodig om te melden dat de problemen met geluidshinder veel te belangrijk zijn om paniek te zaaien over festivals. 'De wet moet de mensen beschermen die echt risico lopen door te hoge volumes in hun job, maar zeker het plezier niet wegnemen van een concertbezoek. Dat gedoe rond earplugs is gewoon summer madness'.
Bart Vinck zucht. 'Het standpunt van de medische wereld luidt inderdaad dat je maatregelen moet nemen aan de bron, en dat betekent dat men pas als laatste denkt aan individuele mensen. Je kunt het festivalgeluid ook niet naar 85 decibel terugbrengen, dat is het geluid van een grasmaaier. Maar we moeten toch echt een compromis vinden tussen wat leuk is en wat veilig is.'